jul24

Van individu naar het collectief: de zorgsociëteit!

Van individu naar het collectief: de zorgsociëteit!

In de media lezen we vaak over misstanden bij ontgroeningen bij studentenverenigingen. Toch blijft de aantrekkingskracht van die studentenverenigingen onverminderd groot. Waarom is dat toch? Eén van de grootste voordelen van een studentenvereniging is dat het in wezen een groep willekeurige mensen bij elkaar brengt die vervolgens vaak een levenslange band met elkaar blijven houden. Ze blijven elkaar door dik en dun steunen, ondanks dat ze vaak verschillen van karakter en achtergrond. Dit geldt overigens niet alleen voor studentensociëteiten maar ook voor traditionele gezelligheidssociëteiten die i.p.v. studie dan thema’s hebben zoals bijvoorbeeld ondernemen (de Industriële Groote Club) of beeldende kunst (Arti et Amicitiae).

Nu gaan op het eerste gezicht een (studenten)sociëteit en de zorg niet met elkaar samen, maar in de Gemeente Leeuwarden wordt een model toegepast dat iets weg heeft van een zorgsociëteit. En zo’n zorgsociëteit is zo gek nog niet.

Wat nu als we groepen mensen met meervoudige gelijksoortige hulpvragen in een geografische regio, bijvoorbeeld een wijk, samenbrengen en regelmatig bij elkaar laten komen. We geven die groepen – analoog aan bijvoorbeeld scoutinggroepen – een groepsidentiteit mee, bijvoorbeeld zorgsociëteit De Luipaard. De zorgsociëteit wordt begeleid door vaste zorgmedewerkers. Dat doen ze door het aanbieden van (groep)activiteiten die gericht zijn op het aanleren van vaardigheden, maar ook op versterking van sociale relaties. Net als een bij een reguliere sociëteit kun je dan op vaste tijden binnenlopen en aanschuiven, in een soort huiskamersetting.

Veel gemeenten hebben locaties die daarvoor geschikt kunnen zijn. In Leeuwarden gebruikt men bijvoorbeeld de lokale kinderboerderij voor groepsbijeenkomsten. In plaatst van een kinderboerderij te subsidiëren, kan deze dus gelden verdienen met dit soort van zorgdiensten.

Interessant bij groepsondersteuning is dat hulpontvangers vaak ook een grote behoefte hebben om zelf hulp te geven, zo vertelde lector Lianne Linders (Hogeschool InHolland) recent op een netwerkbijeenkomst. Naast een netwerk van lotgenoten, biedt dit mensen dus ook zingeving door nieuwe toetreders in een groep te helpen als ervaringsdeskundigen. Een zorgsociëteit kan ook in een virtuele omgeving toegepast worden, of in een hybride vorm. ‘Blended care’ noemt men dat in een andere setting ook wel. De organisatie Linkprojecten gebruikt bijvoorbeeld het platform Discord als digitaal jongerencentrum.

Het model van de zorgsociëteit wordt in Leeuwarden dus al enigszins toegepast. Daar experimenteert de gemeente onder meer met zogeheten ‘collectieven’, groepen die vanuit een wijkteam begeleid worden door een sociaal werker en waarvoor doelstellingen worden geformuleerd en uitgevoerd. Een helder onderscheid tussen een (zorg)collectief/(zorg)sociëteit en een groepsactiviteit is daarbij wel belangrijk. Het lijkt erop dat het bij groepsactiviteiten om meer afgebakende en enkelvoudig activiteiten/functionaliteiten draait. Bij een (zorg)collectief/(zorg)sociëteit gaat het meer om een club mensen die samen op reis gaan en waarbij er gedurende die reis mensen in- en uitstappen, onder begeleiding van een reisleider (en ervraingsdeskundigen) die ondersteunende en helpende activiteiten voor hen regelt (in groepsverband of indien nodig in individueel verband).

De beweging van meer individueel naar collectieve hulpvormen is niet nieuw. Er wordt op meerdere plekken op diverse wijzen mee geëxperimenteerd. Collectieve hulpverlening is dan ook veelbelovend. In de individuele setting wordt zorg verleend van de ene persoon naar de andere (van zorgverlener naar zorgontvanger). In de collectieve setting veranderd ‘één-op-één’ naar ‘één-op-meerderen’, maar ook naar ‘samen voor elkaar’.

Dit lijkt efficiënter en daarmee mogelijk goedkoper, hetgeen (helaas) een belangrijk argument is in verband met de steeds toenemende zorgkosten. Onderzoek en ervaringen zullen dit moeten uiteraard nog uitwijzen. Als er alsnog veel individuele hulpverlening parallel noodzakelijk is, dan kan het wel eens niet goedkoper zijn.

Desondanks kan het erg waardevol zijn dat hulpontvangers zingeving voelen door zelf ook hulp te kunnen geven en om (weer) deel te zijn van een groep of een netwerk in de buurt. Daarmee vindt de sociëteit, die eerst alleen iets was voor een elite, misschien een nieuwe vorm voor alle standen in de maatschappij; als verbindende groepen die elkaar ondersteunen. Het moet dan wel iets zijn waar je bij wil horen en niet iets wat je in de zielige hoek drukt. Hoe dan ook is er veel werk aan de winkel, want een overgang van meer individueel naar meer collectief vraagt veel van nieuwe systemen, locaties en vooral ook van begeleiders.

About the Author

Patrick van Emden

Patrick van Emden

"Het ware probleem ontrafelen, dat is altijd de eerste stap. Ik luister daarbij goed naar alle belanghebbenden. Dat is onmisbaar voor draagvlak, en zonder draagvlak geen succesvolle verandering. Daarom check ik ook altijd of mijn analyse en de voorgestelde oplossing kloppen. Het liefst voer ik ook het plan van aanpak uit, commitment aan de uitvoering hoort erbij. Van opdrachtgevers hoor ik vaak terug dat ik vrij gemakkelijk heen en weer beweeg tussen alle niveaus in de organisatie. En ook wel dat ik creatief ben en veel nieuwe oplossingen aandraag."

Colofon